Geschiedenis van de LBC

De LBC heeft in 2023 haar 100ste Dies natalis mogen vieren. Achter haar liggen inmiddels honderd jaar vol geschiedenis; een rijke verzameling verhalen, tradities, vriendschappen en herinneringen, waar generaties Leidse biologen allen hun steentje aan hebben bijgedragen. Deze bijzondere geschiedenis vindt haar oorsprong ruim een eeuw geleden.
“Den 11e Febr 1915 had in de Bibliotheek v’t Zoöt. Lab. te Leiden een voorloopige bijeenkomst van biologen plaats, die ten doel had de wenschelijkheid te bespreken van het vormen van een club of vereeniging van biol. studenten voor het houden van lezingen, excursies etc. […]”

De aanwezige 10 biologen stemden unaniem voor, waarna de Leidsche Zoölogen Club officieel werd opgericht. De eerste vergadering belegden zij twee weken later. De vereniging groeide gestaag in leden en taken. Er werd een leesportefeuille gestart, waar wetenschappelijke tijdschriften werden rondgestuurd langs de leden, er werden boeken en referaten besproken, en al snel speelden de vergaderingen een rol in het onderwijs. Volgens de overlevering nam onder biologiestudenten de behoefte toe om een breder scala aan onderwerpen te behandelen dan alleen zoölogische. Dit zou hebben geleid tot de oprichting van de ons zo welbekende Leidse Biologen Club op 28 november 1923. 

De jonge vereniging groeit snel in leden, bestaande uit allerlei biologen, van hoogleraren tot eerstejaarsstudenten. Er worden wetenschappelijke lezingen en excursies georganiseerd, maar ook feestavonden met zang, toneel en dans. In 1936 werd het verenigingsblad “Het Kameleon” in het leven geroepen, met als doel de leden op de hoogte te stellen van de activiteiten en mededelingen van de vereniging. De jonge LBC komt vanaf 1940 in een moeilijke periode. De effecten van WO2 en de Duitse bezetting worden voelbaar binnen de vereniging. Voor vergaderingen moet bijvoorbeeld toestemming worden gevraagd. Die wordt in het begin zonder problemen gegeven, tot november 1940. De rede van Cleveringa en de daaropvolgende studentenprotesten leiden uiteindelijk tot de sluiting van de Leidse universiteit. De LBC wil geen loyaliteit aan de bezetter tonen, en besluit “door gebrek aan belangstelling” de vereniging op te heffen in november 1941. Echter bleef de LBC ondergronds bestaan: in dezelfde mededeling dat de vereniging is opgeheven, staat een uitnodiging voor een excursie. Ook heeft de LBC met kleine discussiegroepjes en gesmokkelde practicummaterialen op studentenkamers bijgedragen aan het verzorgen van biologisch onderwijs tijdens de sluiting van de universiteit. In juli 1945 herrees de LBC als feniks uit haar as, en hervatte al haar werkzaamheden.

De belangstelling ter gevolge van toegenomen studentenaantallen leidde tot groei bij de LBC in de jaren ‘50: in 1956 telde de LBC een totaal van 305 leden en een aantal actieve disputen. Ook de contacten met andere biologieverenigingen (Utrecht, Amsterdam, Groningen) groeide, en leidde tot de oprichting van het O.B.S.N. (het hedendaagse L.O.B.S.) als overlegorgaan in 1959. In de jaren ‘60 vinden we de oorsprong van een aantal tradities die vandaag de dag nog steeds belangrijk zijn voor de vereniging. Op 10 mei 1962 werd het eerste Lentefeest georganiseerd, in de Oranjerie van de Hortus. Deze ‘muziekavond’ was een daverend succes, en sindsdien een jaarlijkse traditie. Een ruwe twee weken later, op 25 mei, werd onder toeziend oog en speech van een aantal hoogleraren de welbekende LBC-boom in de Hortus geadopteerd. Deze plataan zou even oud zijn als de vereniging, en speelt nog altijd een jaarlijkse rol bij het inaugureren van de nieuwe lichting LBC leden. Daar waar het LBC-bestuur voornamelijk lezingen en feesten organiseerde, werd in 1966 het excursie-dispuut Sacculina opgericht, toen nog los van de LBC. Deze naam is gekozen omdat leden met verschillende interesses konden ‘parasiteren’ op elkaars kennis in het veld. 

Tijdens de jaren ‘70 maakte de LBC een professionaliseringsslag. Er werden formele statuten opgesteld, er kwam een Studenten Overleg Orgaan (SSO) om input te geven over de opleiding en het was voor het eerst mogelijk om via de LBC studieboeken met korting te verkrijgen. Ook vierde de vereniging haar 50-jarig bestaan, met een feestelijk lustrum in het actuele thema van de voedselproblematiek. De LBC deinsde in die tijd niet terug om controversiële en politiek geladen onderwerpen aan te snijden, zoals een symposium over de Vietnam-oorlog, evenals het organiseren van handtekeningenacties en demonstraties.

Vanaf de jaren ‘80 nam het aantal ‘gezelligheids-activiteiten’ sterk toe. Filmavonden, feesten, cabaret en vooral veel borrels. Het is dan ook niet zonder reden dat de LBC destijds bekend stond als de ‘Leidse Borrel Club’! Zo nu en dan werden er ook nog lezingen georganiseerd. Begin jaren ‘90 werd de structuur van de opleiding vernieuwd met o.a. afgebakende specialisatierichtingen, en verhuisden de propedeuse-studenten naar het van Steenis gebouw. De LBC gaf haar eerste almanak (“In den beginne…”) uit in 1991, sindsdien een (bijna) jaarlijkse traditie. In 1994/1995 fuseerde het dispuut Sacculina met de LBC en werd een excursiecommissie ipv dispuut. Ten slotte werd op grootse wijze het 75-jarige bestaan van de vereniging gevierd in 1998, met het thema “Eindeloos”. Onder andere een diner in de Pieterskerk en een symposium in het Academiegebouw, waar zelfs nog één van de oprichters aanwezig was!

De jaren na de eeuwwisseling waren een turbulente periode voor de LBC, met torenhoge schulden en bestuurlijke obstakels. Er werd daarom ingezet op verdere professionalisering en digitalisering, wat gelukkig zijn vruchten heeft afgeworpen. In 2004 ontpopte de Quo Vadis als jaarlijks terugkerende studiereis, en in 2009 verhuisden het IBL en de LBC naar hun huidige onderkomen in het Sylvius. Een dieptepunt voor de vereniging was de COVID-pandemie en lockdowns. Door het gebrek aan fysieke activiteiten liepen belangstelling en sociaal contact sterk terug. Gelukkig kon de LBC vanaf 2022 herleven, en opbloeien tot de meest recente mijlpaal: haar 100-jarig bestaan. De volledige rest van dit boek dient als hedendaagse verslaglegging van deze festiviteiten – het samenvatten daarvan is voor een volgende generatie.

Al ruim 100 jaar is de LBC een geliefde vereniging met rijke historie, waar generaties aan biologen vriendschappen voor het leven smeden en de mooiste herinneringen geboren worden. Laat ons haar koesteren en doorgeven, opdat toekomstige biologen haar ook moge ervaren.

Voor altijd de LBC!

(uit: Lustrumboek 2024: “Wanorde”, geschreven door Sander van Zon)